Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 476]
| |
[954] Lucifer(aant.)naar een schilderij van Johannes Franciscus Uit God gevallen onheil, eenmaal hoog
en onlosmakelijk met hem verbonden;
toen afgestoten en zijn weg gevonden
pal naar omlaag, langs een verlaten boog.
5[regelnummer]
De aarde, die het naar beneden zoog,
naderde snel; het heeft zich diep omwonden
met wat de armen samennemen konden
aan flarden licht, waarop het nog bewoog.
Tegen een telefoonpaal aan de straat
10[regelnummer]
terechtgekomen, ogen wijd uiteen;
embryonaal het lichaam, van de schrik;
een hoorn gevormd, het laatste ogenblik.
De veevoederfabriek, iets verder, laat
het wrak van plastic met zichzelf alleen.
|
|