Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
[30] Dauw(aant.)Het bosch drijft op een hooge zee van dauw
als 's arken Noachs droge huis
en in zijn donkre, onderkruinsche leegte
schuimlachen late lijsters
5[regelnummer]
als geschudde schellen van zilver,
tempoloos - -
De enkelingen der boomen
drijven voetloos verloren - - -
De vruchten rijpen, dik omdauwd.
10[regelnummer]
De dauw klimt tot de lendenen
het bosch om op.
Een koe kloort,
plaatsverloren - - -
|
|