Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 457]
| |
[924] Nachtwaker(aant.)Hij gaat geagiteerd portieken in
en doet iets aan de deuren wat niet mag;
steekt telkens over met een vreemd gezag;
een zigzag in de leegte zonder zin.
5[regelnummer]
Hij schijnt een man te zijn van overdag,
maar altijd met de nacht er tussen in.
Doodzijde van het leven legt beslag
op deze nameloze zonderling;
handlanger van zichzelf en dubbelganger
10[regelnummer]
als dr Jekyll of een rattenvanger.
Verloren in systemen van de spin,
weeft hij zijn web en spint zich verder in.
De grote val staat in de steden open.
Geen sterveling kan door de draden lopen.
|
|