Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[824] Pand(aant.)Gij hoeft alleen maar bij mij terug te keren.
Alles is zo gebleven in de buurt:
de woning op de hoek nog niet verhuurd,
de straatlantaren is dezelfde scheve;
5[regelnummer]
hetzelfde woord op de schutting geschreven,
verwachting die de geest met glans ommuurt;
het rijden van de tram dat duurt en duurt;
de vuilniswagen op gezette keren.
Ik doe een boodschap in het vol besef,
10[regelnummer]
dat ik u straks weer in het pand aantref
om samen uit te gaan over een uur
en in de stad te eten bij Verschuur.
De schouwburg is laat uit. Wij lopen maar.
Iedereen slaapt. Ik houd de sleutel klaar.
|
|