Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[377] Nazomer(aant.)Wanneer de herfst zal komen moet ik rijp zijn voor de dood.
Reeds staan zijn witte stilten aan de poorten van mijn ziel.
De blauwe bovenloopen van het bloed spiegelen heel
de hemelkoepel, waarin wolken als cameeën groot
5[regelnummer]
gesneden staan, in roerlooze herinnering aan u;
zooals gij waart de najaren, voordat de winter kwam:
een koude vlam, die aan de zon het verste vuur ontnam
met koele, volle huiveringen, tot het donker viel.
|
|