Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 365]
| |
[771] Foetus(aant.)Dit is het leven, veilig en voldaan.
Binnen een vrouw ontstaan ze bij elkander:
twee oogen en twee ooren om den ander
of tegelijkertijd, een neus komt staan
5[regelnummer]
tusschen de wangen en een mond vangt aan.
Het bloed, die donkre, ingebouwde brander,
houdt overal zijn uitloopers voorhanden,
om nieuw gebied te voegen aan lichaam.
Misvormde voetjes voelen nergens grond.
10[regelnummer]
Stomphandjes stulpen hulpeloos naar buiten.
Het rompje is een klompje kindervleesch.
Maar vocht en vliezen van de moeder sluiten
het onvoltooide toe in deze geest,
dat er een mensch langzaam wordt afgerond.
|
|