Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 440]
| |
[890] Tracé(aant.)Diep in de middag wordt het licht secuur.
Een griffel kan nog mijn geboorte schrijven
op het leisteengebergte van de Eifel
binnen de randen van een brilmontuur.
5[regelnummer]
De kartelingen waar ik tegen tuur
zijn vreemde streken die constant verblijven
in het gezichtsveld als een verre twijfel
maar in 't geheugen schuiven op den duur.
Nooit was ik zo geheel en zo bijeen.
10[regelnummer]
Het reizen gaat verbintenissen aan
met wat zich in de tijd verscholen houdt.
Ik ben toekomend en voorbij meteen.
En voel mij door de ogenblikken gaan
als eeuwigheid. God is mijn enkelvoud.
|
|