Gedichten. Deel 1. Teksten(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [384] (Reïncarnatie) II(aant.) Een vereenzelviging van taal en dood maakt alle woorden evengroot en ieder antwoord overbodig; er is geen onderscheid meer noodig 5[regelnummer] tusschen de wind en uw vergaan, de regen en uw voortbestaan; ik ben een leven ingegaan, grondeloos van uw naam. De bloem herbeeldt uw bloed en mond, 10[regelnummer] een helderheid uit dood en grond. De dieren zwijgen zoet, uit liefdevolle overvloed. Ik ben bevriend met elementen, die zich in mij tot u versmelten. 15[regelnummer] De sterren razen door uw graf en zwaaien weer naar boven af. De nacht danst in mijn donker hart op melodieën, oud en zwart. Vorige Volgende