Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
[385] Franciscus(aant.)
Heere
sege
deze
spijze
ame.
(oud lied)
Gezegend zij het brood
ter langzame verbranding,
opdat mijn ademhaling
geschiede tot den dood.
5[regelnummer]
Gezegend ieder uur,
en dat ik weer verbeur,
als ik het niet secuur
in verzen registreer.
Gezegend al het zand,
10[regelnummer]
waarin gij ligt begraven;
met sidderende hand
blijf ik de stof boekstaven.
Gezegend wind en water,
waarmee gij u uitbreidt
15[regelnummer]
in ongekende mate
van menigvuldigheid.
Gezegend ook het paard,
dat uwe oogen heeft;
de warmte van uw huid.
20[regelnummer]
Gezegend al wat leeft.
Gezegend al wat sterft
en deel heeft aan de blinde
geheimen van het vinden
der tweede eeuwigheid.
|
|