Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[300] Fata morgana(aant.)Uit leegte's hinderlagen
komen de jakhals tijd
en de hyena vergetelheid
aan heugenissen knagen,
5[regelnummer]
die ik mij, wil het God behagen,
moet dragen naar de eeuwigheid;
- totdat het woord hen weer bevrijdt:
in een al fonkelender vragen
dijt het gedenken uit tot sage,
10[regelnummer]
waarin de liefde houdt gespreid
sluimering over zaligheid
waarmee wij bij elkander lagen.
Maar als ik deze zekerheid
ook kwijt moet worden en versagen,
15[regelnummer]
in een al hachelijker wagen
van beeld en rijm, in stagen strijd
tegen het niet, als wijd en zijd
zijn woestenijen mij vervagen
en geen teeken mij onderscheidt
20[regelnummer]
van zand en stof... Heer, hoor dit klagen:
ik houd U aan uw eigen beeld,
dat we in elkanders oogen zagen.
|
|