Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 341]
| |
[723] Willink(aant.)De buitenmuren van uw dood verrezen
van morgen bij 't ontwaken voor de ramen.
De wijzers op de wekker liepen samen
boven de cijfers, die ik niet kon lezen.
5[regelnummer]
En door mijn lichaam sloegen vreemde vreezen.
Ik keek de krant in: alle eigennamen
waren vergeten, in annonces kwamen
adressen voor, die nergens konden wezen.
Toen ik beneden vroeg, spraken de buren:
10[regelnummer]
alle huizen staan andersom, wij kunnen
niet telefoneeren. Het verkeer ligt stil.
Op straat gekomen hoorde ik het schuren
van steenen tegen steenen en de dunne
gil van een vrouw, die nog niet sterven wil.
|
|