Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[723] Willink

Overlevering

M^1	Typoscript, collectie J. Vermeulen, H-28.
T^1	Gooische klanken 31 mei 1946.
M^2	Manuscript, oorspronkelijk collectie H. Roest, H-34.

[p. 523]

T^2	Vrij Nederland 14 juni 1947, p. 7.
D^1	Doornroosje, p. 23.
T^3	Pen en penseel. Bijzonder nummer van Critisch bulletin uitgegeven in de zomer van 1947, p. 224.
P^1	Eerste proef D^2, H-88.
P^2	Tweede proef D^2, H-89.
D^2	Cryptogamen iii, p. 263.
M^3	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 626.

Datering

Vóór april/mei 1946

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

Titel	Willink > Onheil T^2-D^1 P^1-D^3
2	van morgen > vanmorgen T^2-D^3
3	samen > samen, T^3
4	cijfers, > cijfers T^2-D^3
5	vreezen. > vreezen; M^2
6	Ik > ik M^2
7	vergeten, > vergeten; T^2-D^3
8	voor, > voor T^2-D^3
9	vroeg, > vroeg T^2-D^3
12	gekomen > gekomen, M^2
14	vrouw, > vrouw T^2-D^1, P^1-D^3

Commentaar

^1	Dit gedicht is geïnspireerd op het schilderij ‘Straat met standbeeld’ (1934; ook bekend als ‘Straat met geopende deuren’) van A.C. Willink (1900-1983) (zie afbeelding).
^2	Zie [711] ‘Doornroosje’, noot 1.
^3	Achterberg heeft dit gedicht voorgelezen tijdens de uitreiking van de Pinksterprijs op 27 mei 1946. Bij die gelegenheid heeft hij het gedicht afgestaan aan Max Teipe ter publicatie in het dagblad Gooische klanken, waar het bij het verslag van de uitreiking is afgedrukt (zie M. Ber [= M.B. Teipe], ‘De Pinksterprijs’).
^4	Zie over de opname van dit gedicht in Pen en penseel [232] ‘Jan Toorop’, noot 5.
^5	Dit gedicht is vertaald in het Duits door A.G. Piechorowski en in het Engels door K. Snoek.

[p. 524]

A.C. Willink, ‘Straat met standbeeld’ (zie [723] ‘Willink’)