Inhoudsopgave
[1] 't Wonder
[2] Avondkerk
[3] Avond
[4] Regen
[5] De wind lacht...
[6] De reiger
[7] Liedje
[8] De verlaten reiziger
[9] Herfstgedachte
[10] 't Leege huis
[11] De zwijgende rivier
[12] Altijd maar door...
[13] Dood
[14] ............
[15] Liefde's macht
[16] 'k Zal haar gaan zeggen...
[17] Haar afzijn
[18] De liefde
[19] Ezelke
[20] Het schooiertje
[21] Ik ween...
[22] Memento mori
[23] ‘Als 't opendubben van de tulpen,’
[24] Zomermorgen
[25] Avond
[26] ‘Het hunkerings hoogrood’
[27] ‘Mijn meisje met de koninklijke beenen,’
[28] ‘Ik en de straten’
[29] ‘In deze schemerhuis’
[30] Dauw
[31] ‘Den rooien loozer van mijn zaad’
[32] ‘In den hoogen feestvlag,’
[33] ‘Uw hulk voer zonder vracht’
[34] ‘Iedre winter blinder,’
[35] ‘Mijn liefdevogel vliegt zoo nauw’
[36] ‘Het late, late winterpark’
[37] ‘Mijn heldre scherpte spant,’
[38] ‘Niets dan mijn eenzaam zelfbeleven,’
[39] ‘Open schulpen uw beenen’
[40] ‘Over dit land alleen’
[41] ‘Te sterven, liggende aan u’
[42] ‘Niet de gekapte non ben ik,’
[43] ‘Scheeve schuift het rietsel heen,’
[44] ‘Meisje, hoe zwaar zoenen uw lippen’
[45] ‘Ik draal ter deure van mijn eigen duister huis’
[46] ‘Zij ging van mij vandaan’
[47] ‘Achter hooge boomen kwam een’
[48] ‘Zal dan uw liefde grooter wezen dan mijn vrees?’
[49] ‘Wat is dit een zoete verbintenis,’
[50] ‘Zij, die hun liefde tot haar einde gingen,’
[51] ‘Ik had met u terug willen gaan’
[52] ‘Zij die bijna aan het bloed raakten’
[53] ‘Er ligt in de zon een vrouw te lachen’
[54] ‘Toen, dat de dood het won van mij’
[55] ‘De regen deelt het donker hart’
[56] ‘Wij die in de zon gezongen’
[57] ‘De lente en de dood gaan saam’
[58] ‘Het was een nacht die in mij overwoei’
[59] ‘Over de dood verging het lied’
[60] ‘Misschien dat ge nog aanwezig zijt’
[61] ‘Nu strijdt het hart zijn laatste slag’
[62] ‘Toen stond in uw laatste naam rondom’
[63] ‘Gij stondt met een hoog hopen’
[64] ‘Het was een avond in de winter - vuur’
[65] ‘Aan het roer dien avond stond het hart’
[66] ‘De klok regeert de kamer’
[67] ‘De wereld is vergaan’
[68] Het eiland der ziel I
[69] Het eiland der ziel II
[70] ‘Gij waart mij nauwelijks nabij’
[71] ‘Weenen is even eenzaam’
[72] ‘In dit doodzieke lentebegin,’
[73] ‘Ver in de zee verging een stem’
[74] ‘Nooit was de dood een naakter man’
[75] ‘Het leven loopt in droomen dood’
[76] Overgave
[77] ‘Ik herkende u uren er na’
[78] ‘De doove wind staat om de blinde muren’
[79] ‘Mijn droomen staan in scharen voor de ramen’
[80] ‘Uw lijf was zoo lang met bloemen omwonden’
[81] De witte tocht
[82] ‘Mijne gedachten zijn gebleven’
[83] ‘Geheel den dag hebt gij mij gaande gehouden,’
[84] ‘Nu waaien de nooit te weten,’
[85] ‘Zwaar en verschaald ligt het avondjaar’
[86] ‘Het spel, dat kranke zinnen spelen,’
[87] ‘Ik beproefde u op bloed en nacht’
[88] ‘Ik weet wel dat ik u niet weervinden zal’
[89] Het lied om doodswil
[90] ‘O ruiten mijner eenzaamheid’
[91] Wachtende
[92] Sneeuw
[93] Wederkeer
[94] Afscheid
[95] Onrust
[96] Het leger
[97] Achtergebleven
[98] Samengang
[99] ‘Een oud en donker schilderij’
[100] ‘De wind en haar kleeren lagen nog saam’
[101] ‘De torens hadden een stilheid bereikt’
[102] ‘Ik ben geheel terug gekeerd’
[103] ‘Een schuine muur van sneeuwen’
[104] ‘Dit is het blinkend loopen’
[105] ‘Soms als de weg het wil zijn wij’
[106] ‘Die kalmte sloeg mijn oogen dicht’
[107] Het schuldig lied
[108] ‘Ik leef bij dezen als het vuur:’
[109] ‘Mijn geest gaat met een bonzend hart’
[110] Moordballade
[111] ‘Wat moest die stad,’
[112] ‘De hemelen houden mijn gelaat geloken,’
[113] Vrouw
[114] ‘Maar ik heb eenmaal geloofd’
[115] ‘Toen hij zoo smal was dat de dood het niet meer wist’
[116] Kleine Ode aan het Water
[117] ‘Soms zijt ge in mij teruggekeerd’
[118] ‘De doode regen heeft de plaatsen aangetast,’
[119] ‘Op uw opnieuw bewegen wacht’
[120] ‘Loopende over de dood te denken’
[121] Liggende onder een boom
[122] ‘Al deze zachtheid in mijn avondbed’
[123] ‘Misschien ligt uw lichaam weer bij mij’
[124] ‘De avond valt grondzwart onder de sterren,’
[125] ‘Toen haar gestalte zich in mij herstelde’
[126] ‘Bij het verlaten luisteren naar radio beneden mij’
[127] ‘Deze nachtregelen zijn voor u,’
[128] ‘Ik denk aan u’
[129] ‘Een kou die mij herinnert dat ik niet zal sterven,’
[130] In uw bloed
[131] ‘Nu ik hier loop, ik weet het niet waarom,’
[132] ‘Wanneer ik bij u ben gebracht,’
[133] Dronken nachtliedje
[134] ‘Door een chauffeur omver gereden’
[135] ‘In de zon is de dood begonnen,’
[136] ‘Gij wist, dat ik niet anders was,’
[137] ‘Terwijl hij onder den vleugel sliep’
[138] ‘Het land wordt ingekort op dood en dierbaarheden;’
[139] ‘Gekwetst in de onuitspreekbaarheden,’
[140] Treincoupé
[141] Tochten...
[142] Middernacht
[143] Vuurtoren
[144] Om een donker lichaam
[145] Gij die mij voert...
[146] ‘Een lichaam, liggend in de najaren’
[147] De verloren zoon
[148] Moeder I
[149] Moeder II
[150] Nu ik...
[151] Hulshorst
[152] Morgenmist
[153] In den regen
[154] Het namelooze...
[155] De verdronkenen
[156] Zomeravond
[157] De bruid zingt
[158] ‘Vaarwel, wereld, dit is de woestijn’
[159] ‘O donkere, woeste ruiten voor den dood’
[160] ‘Wie zóó vermoeid zijn leden nederlegt’
[161] ‘Ik heb de grond onthouden waar wij waren;’
[162] ‘Achternamiddag leeg en uitgeloogd’
[163] ‘Donker op donker lig ik opgetast’
[164] ‘Avondhemel, toegegrendelde geheimen’
[165] ‘Morgen, en het onthutste kraaien van de hanen,’
[166] ‘Ik weet haar naam niet meer; die is verloren’
[167] ‘O dit eenzelvig binnenvaren van het lied’
[168] ‘Muziek van sneeuw in winterkinkhoorn dezer stad’
[169] ‘De vruchten in de hof hadden zich stil bezonnen’
[170] ‘De zomerwijn klimt in de beken en de boomen,’
[171] ‘Hoofd werd verlangens edelste existenz’
[172] ‘De vroegte van mijn leven, die ik wedervind’
[173] ‘Er is een wenschen, dat ik kus met mijn gedachten:’
[174] ‘Jacht op de vonk der verzen en een vrouw:’
[175] ‘Ik heb geen naam tusschen u noodig en mijn eer’
[176] ‘Dit is de idylle van het nichtje op bezoek:’
[177] ‘Wij zijn volslagen idioten’
[178] ‘In deze zuivere duisternis,’
[179] ‘Vol van avonddauw en donker’
[180] ‘Weemoed omdat de dood het weet,’
[181] ‘Het wordt míj́n laatste, grootste avontuur:’
[182] ‘Tuin van herfstdag bij haar thuis’
[183] ‘Omdat het niet ontwaken kan’
[184] ‘Gíj́ zijt bij míj́ den nacht, den dag, den nacht’
[185] ‘Ik ga naar de stations waar de atomen zweven’
[186] ‘Stuk laten liggen wat niet is te heelen,’
[187] ‘Ik bloei van binnen met de dood tot bloem,’
[188] ‘Ik ben alleen met lied en wind,’
[189] ‘Misschien staat in mijn naam alleen de dood’
[190] ‘Nu het einde zich nog bezint,’
[191] ‘Nu is het tijd om naar uw hart te reizen’
[192] ‘De dingen zijn nu zoo dichtbij dat ik’
[193] ‘Weenen omdat zeilen zoo verrukt’
[194] ‘Nu mijn leven verloopen moet:’
[195] ‘Het is van zijnen heer, al wat hem is gegeven’
[196] ‘Bij perioden was hij demon en weer dichter’
[197] ‘In welk dorp zijt gij verdronken,’
[198] ‘O wind die mij onwetend houdt’
[199] ‘Ik wil met haar begraven worden in één graf’
[200] ‘Zij zullen alles doen, haar te verdonkeremanen’
[201] ‘Ik droomde dat zij bij mij zat en met mijn handen speelde’
[202] ‘De oogen, uitgezien, zijn hard en bitter’
[203] ‘Alles zinkt van mij af, ik draag geen wereld meer’
[204] ‘Dien nacht stonden machines in het donker’
[205] ‘Wat van uw lichaam bleef voorhanden:’
[206] ‘Regen, haar lichaam heeft geen schuld, want ik was zonder’
[207] ‘Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt’
[208] ‘De nacht wordt transparant als een septembermiddag’
[209] ‘In déze nacht laat ik u niet meer los’
[210] ‘Hij legt het spantouw om de pooten van het beest’
[211] Het onweer
[212] Met dit gedicht...
[213] ‘Nu ik zoo zuiver thuis ben met mijzelf’
[214] ‘Ik wist niet dat hij al sprak in de taal van den dood’
[215] De stad
[216] De gek en de spiegel
[217] Grafschrift
[218] Over een leven...
[219] Laat mij...
[220] Laat ik u langzaam...
[221] Wij moeten slapen
[222] De dichter is een koe
[223] Bloemen
[224] Graflegging van een oud vriend
[225] Bloed
[226] Graalridder
[227] ‘Ambacht achter oogleden’
[228] Misgeboorte
[229] Surplus
[230] Henry Rousseau
[231] ‘Liefde, ik blijf u loven’
[232] Jan Toorop
[233] Grafschrift
[234] ‘Het blinde komen’
[235] ‘Toen ik het einde had bereikt’
[236] ‘De donkere morgenregens’
[237] ‘Het huis is leeg, uit het hooren’
[238] ‘Zooals het water smaakt des nachts,’
[239] ‘De dood laat geen gedicht meer toe’
[240] ‘Wie ik verder zal worden’
[241] ‘Om te vergaan’
[242] ‘Vannacht, den droom, liggend onder een tafel,’
[243] ‘Achter den dood verschanst’
[244] ‘In deze morgen zonder schuld’
[245] ‘Des morgens kruipt een beest van vrees’
[246] ‘De wijlen dat zij het verkoos’
[247] Reiziger ‘doet’ Golgotha I
[248] Reiziger ‘doet’ Golgotha II
[249] ‘Evenwijdig aan deze schreden’
[250] ‘Woordenbloeisel:’
[251] Vincent
[252] Reiziger ‘doet’ Golgotha III
[253] ‘Ik blijf u binnen mij bereiken’
[254] ‘Eeuwigheden van mond en schoot’
[255] ‘Blijf in mijn oogen, die u zien, gelooven’
[256] ‘Binnen het stugge duister van den dood’
[257] Niemandsland
[258] Stem
[259] Woord
[260] Bezinning
[261] Geest
[262] Wederkeer
[263] Nacht
[264] Contract
[265] Bolero van Ravel
[266] Ontworden
[267] Doodbloei
[268] In profundis
[269] Cirkel
[270] Contact
[271] ‘Beumer & Co.’
[272] Zestien I
[273] Zestien II
[274] Zestien III
[275] Zestien IV
[276] Bolwerk
[277] Kind
[278] Huis
[279] H.V.B.
[280] Het ademlooze
[281] Requiem
[282] Onmacht
[283] Pharao
[284] Fantoom
[285] Tekort
[286] Aarde
[287] To be or not to be
[288] Reflex
[289] Bede
[290] Tendresse
[291] Jericho
[292] Smart
[293] Projectie
[294] Rytme
[295] Accomodatie
[296] Doodlied
[297] Windmorgen
[298] Kaïn
[299] Stof
[300] Fata morgana
[301] Nadood
[302] Liefde I
[303] Liefde II
[304] Ode
[305] Dichter
[306] Dialoog
[307] Medium
[308] Chaos
[309] Wachtwoord
[310] Sneeuw
[311] Remplacant
[312] Vrucht
[313] Bloei
[314] Weerdood
[315] Somnambule
[316] Vrouw
[317] Geduld
[318] Vergif
[319] Duur
[320] Schijnwerper
[321] Slaap
[322] Bruiloftslied
[323] Negatief I
[324] Negatief II
[325] Negatief III
[326] Kosmos
[327] Job
[328] Golf
[329] Joseph Schmidt
[330] Onteigening
[331] Gedaante
[332] Lente I
[333] Lente II
[334] Lente III
[335] Roep
[336] Versteening
[337] Illusie
[338] ‘Dicht bij de dingen die u kennen’
[339] De verdronkenen
[340] Manifest
[341] Wacht
[342] Visioen
[343] Steekvlam
[344] In hoc vincit I
[345] In hoc vincit II
[346] In hoc vincit III
[347] In hoc vincit IV
[348] Thebe
[349] Pinksteren
[350] Psychiater
[351] December
[352] Houtsnede
[353] Gebed aan de stof
[354] Gebed aan het vuur
[355] Paschen
[356] Monade
[357] Gebed aan God
[358] Waarheid
[359] Zwerver
[360] Marsman I
[361] Marsman II
[362] Marsman III
[363] Columbus I
[364] Columbus II
[365] Binnenhuisarchitectuur
[366] Sphinx
[367] Don Quichot
[368] Angriff
[369] Vlinder
[370] Retraite
[371] Rouw
[372] Kerkhof
[373] Balans
[374] Vampier
[375] Nachtmerrie
[376] Slaapliedje
[377] Nazomer
[378] Openbaring
[379] Opstanding
[380] Lichaam
[381] Erfdeel
[382] Sterren
[383] Reïncarnatie I
[384] Reïncarnatie II
[385] Franciscus
[386] Heimwee
[387] Delphi
[388] Druïde
[389] Herculaneum
[390] Afspraak
[391] Welkom
[392] Dooi
[393] Baaierd
[394] Gevecht
[395] Fatum
[396] Retrospectie
[397] Osmose
[398] Verbond
[399] Spiegeling
[400] Waanzin
[401] Monomaan
[402] Gebed aan de schrijfmachine
[403] Wodan
[404] Exil
[405] Ontslapen
[406] De vliegende Hollander
[407] Ontslag
[408] Pastiches I
[409] Pastiches II
[410] Pastiches III
[411] Ambtman
[412] Droomschuim
[413] Winteravond
[414] Dood paard
[415] Membraan
[416] Graf
[417] Opstanding
[418] Heul
[419] Cel
[420] ‘Rokken, waarin gij hebt geloopen,’
[421] Schaatsenrijder
[422] Luchtaanval
[423] Memphis
[424] Mijn moeder sterft
[425] Chanson triste
[426] Wandeling
[427] ‘Nachtwind en ritseling’
[428] ‘De binnenzoomen van den dood’
[429] ‘Het fluisterbosch’
[430] Narcissus
[431] ‘Mijn hoofd ligt in een holte van muziek’
[432] ‘Alle deurknoppen’
[433] ‘Vannacht werd je gestalte’
[434] Volk en Vaderland
[435] ‘Ik sprak alleen tegen uw mond’
[436] ‘Nu gij u weer verbindt’
[437] ‘Uw leden strekken zich in boomen’
[438] ‘Nu ik u nader zonder tusschenstof’
[439] ‘Hermetisch huis’
[440] ‘Het beste glas staat in het volgende café,’
[441] ‘De morgen heeft vaste onderdeelen’
[442] ‘Inktzwart loover loopt over grijze paden’
[443] ‘Vannacht zijn ze weer begonnen,’
[444] ‘Uit de trompet’
[445] ‘De ruimte, die u verliet,’
[446] ‘Het donker, dat u dekt,’
[447] ‘Binnen u, o lied, kan het niet hinderen,’
[448] ‘Samengesteld met dood’
[449] ‘Het is Zondagavond in Avereest’
[450] ‘Ik ga iedere morgen ten gronde’
[451] ‘Oogen, die in mij rusten,’
[452] ‘In welk riool ben ik terecht gekomen’
[453] Watermolen
[454] ‘O zielsterreur in deze huizen’
[455] Soldaat
[456] ‘Ziekenhuis. Wiekenzuis’
[457] Embryo
[458] ‘De avond overmant uw dood’
[459] Reimerswaal
[460] ‘Herinnering en dood’
[461] ‘Staar in mij zonder sterren,’
[462] ‘Terwijl het regent tusschen u en mij’
[463] ‘Gij hebt uw kussen koel gemaakt’
[464] ‘Er waren vaste kernen in uw huis’
[465] ‘Nijhoff’
[466] ‘Tusschen de engelen en klieren’
[467] ‘Ik schrik wanneer mijn naam weerklinkt,’
[468] ‘De dood brandt u uiteen’
[469] ‘De bevende binnenkomst’
[470] Danaïde van Rodin
[471] ‘Wij stonden huid aan huid’
[472] ‘Ik blijf met u verbonden’
[473] ‘De honden in mijn hoofd’
[474] ‘Ik kan alleen woorden ontmoeten, u niet meer’
[475] ‘Een engel, die de aarde niet meer ziet,’
[476] ‘Ik laat de avond sterven’
[477] ‘Ik ben van zooveel glas,’
[478] ‘Je lag half over een muur’
[479] ‘Mijn hand strijkt over uw deur’
[480] ‘Ik kan met deze grovere organen’
[481] ‘Gij dringt door alles heen:’
[482] ‘Koorts weekt u los’
[483] ‘Mijn regen,’
[484] Herfst
[485] ‘Ik ben al lang Napoleon geweest,’
[486] ‘Morgen van zijde en zonder vrees,’
[487] Embryo
[488] ‘Vannacht ging je verhouding met mij aan’
[489] Emmaüs
[490] ‘Verloren eigendom. Ter dood veroordeeld leven’
[491] ‘Gij zijt weer toegevoegd’
[492] Ter Braak
[493] Koorts
[494] Kleine kabbalistiek voor kinderen
[495] ‘De koudepunten van uw dood’
[496] ‘Gij hebt het hoog geheim doorbroken, Heere Jezus,’
[497] Bekeering
[498] Aardrijkskunde
[499] Taal
[500] Fotografie
[501] Gramofoon
[502] Standbeeld
[503] Étalage
[504] Foxtrott
[505] Sprookje
[506] ‘Erbarmelijk geboren,’
[507] ‘O blinde mol, die moeite’
[508] ‘Vanmorgen heb ik hem zien fietsen door de lanen’
[509] ‘Hoe zal nu in het huis de stilte zijn’
[510] Het meisje en de tijd
[511] Glazenwasscher
[512] Dorp
[513] Merel
[514] Plateel
[515] Indicht
[516] Watertoren
[517] Globe
[518] Klok
[519] Code civile
[520] Daemon
[521] Embryo II
[522] Embryo III
[523] Orpheus
[524] Eigening
[525] Stad
[526] Eigendom
[527] Bruidslied
[528] Dans
[529] Verrijzing
[530] Distantie
[531] Leegte
[532] Distillatie
[533] Telefoon
[534] Lasscher
[535] Klankleer
[536] Gruis
[537] Corrosie
[538] Eindmoraine
[539] Close-up
[540] Rondeau
[541] Hoorbaarheid
[542] Retrograde
[543] Backward
[544] Zeitlupe
[545] Morendo
[546] Slaapwandeling
[547] Slaapliedje I
[548] Slaapliedje II
[549] Wil
[550] Bloei
[551] Illusie
[552] Kleed
[553] Spinrag
[554] Souverein
[555] ‘Een lichaam door geen lied te deren’
[556] Venster
[557] ‘Herinnert gij u nog het zoete uiten’
[558] Woord en Dood
[559] Gelaat
[560] Handen
[561] Kamer
[562] ‘Hij die het spoor verloren is’
[563] Oppervlaktespanning
[564] Rina Ketty
[565] Spirogeet
[566] Aluminium
[567] Meel
[568] Arbeidsvermogen van plaats
[569] N.V.
[570] Dossier
[571] Burcht
[572] Ontlading
[573] Mantel
[574] Elpenbeen
[575] Brons
[576] Rook
[577] Rood
[578] Bloem
[579] Cellophaan
[580] Zestien
[581] Kraakbeen
[582] Rok
[583] Linoleum
[584] Groen
[585] Blauw
[586] Lithosfeer
[587] Email
[588] Brei
[589] Asbest
[590] Albast
[591] Crêpe
[592] Steen
[593] Zog
[594] Poeder
[595] Huid
[596] Bakeliet
[597] Baarmoeder
[598] Celluloid
[599] Kerk
[600] Bazalt
[601] Hersenschors
[602] Gummi
[603] Vilt
[604] Papier
[605] Sextant
[606] Telefunken
[607] Klankbord
[608] Afspraak
[609] Volmacht
[610] Intermédiaire
[611] Dualis
[612] Oogst
[613] Oceaan
[614] Arenden
[615] Dracht
[616] Hechting
[617] Anjers
[618] Vervulling
[619] Kiem
[620] Embryo
[621] Kus
[622] Pullover
[623] Hercules Seghers
[624] Microben
[625] Raspoetin
[626] Vestdijk
[627] Spinoza
[628] Mozes
[629] Potlood
[630] ‘Als vele microben op ruiten en ramen’
[631] Vogel van waanzin
[632] Directeur
[633] Dagboek
[634] Slagveld
[635] Quantiteit
[636] Tableau mourant
[637] Onderlinge
[638] Constante
[639] Inter ego
[640] Woeker
[641] Localisatie
[642] Topografie
[643] Janus
[644] Steenlied
[645] Volume
[646] Qualiteit
[647] Oorlog
[648] Camera Obscura
[649] Landschap
[650] Energie
[651] Diaspora
[652] Verzet
[653] Omsingeling
[654] Aanspraak
[655] Totalisator
[656] Autogram
[657] Paradijs
[658] Wichelroede
[659] Mier
[660] Aureool
[661] Duel
[662] Kristal
[663] Afscheid
[664] Registratie
[665] Herdenken
[666] Afval
[667] Diepgang
[668] Claude Monet
[669] Maria
[670] Maria Magdalena
[671] Trance
[672] Doodlied
[673] Diagnose
[674] Aarzeling
[675] Arceering
[676] Kafka
[677] Schakelbord
[678] Einstein
[679] 4e Dimensie I
[680] 4e Dimensie II
[681] 4e Dimensie III
[682] 4e Dimensie IV
[683] 4e Dimensie V
[684] Tromboze
[685] Tegenwoordigheid
[686] Verrekijker
[687] Continuïteit
[688] Film
[689] Conserven
[690] Punt
[691] Ganzebord
[692] Convexe
[693] Zijn
[694] 13
[695] Tijdnood
[696] Positie
[697] Spiraal
[698] o,1̸
[699] Nirwana
[700] Acrobate
[701] Overdood
[702] Concave
[703] Cartografie
[704] Damascus
[705] ‘Gij ligt in craquelé verloren’
[706] Code
[707] ‘Ik vul met mijn gedachten’
[708] Avondmaal
[709] ‘Jezus schreef met zijn vinger in het zand’
[710] Creatie
[711] Doornroosje
[712] ‘Ik sta verslonden van het oogenblik’
[713] Complementariteit I
[714] Complementariteit II
[715] Complementariteit III
[716] Complementariteit IV
[717] ‘Gij hangt alleen met draden aan elkaar’
[718] ‘Ik raak de tijd in 't vore, toekomst is’
[719] Optiek
[720] Proteïne
[721] ‘Koude noordzeeën zijn in mij ontstaan’
[722] Raster
[723] Willink
[724] Excentriek
[725] Devaluatie
[726] ‘Nu regent het ook in uw nacht’
[727] Descartes
[728] Perpetuum mobile
[729] Beklemrecht
[730] Hameln
[731] ‘In deze sneeuw ben ik een teekening’
[732] Adam
[733] Dichtkunst
[734] Zelfmoordenaar
[735] Olifant
[736] Inflatie
[737] Kegelsnede
[738] Kinderangst
[739] Het weer is goed
[740] Herzelving
[741] Dorp
[742] Lente
[743] Woestijn
[744] Twee sonnetten voor Spanje I
[745] Twee sonnetten voor Spanje II
[746] Voor Spanje I
[747] Voor Spanje II
[748] ‘Is Eelco Sötemann voor niets begonnen?’
[749] Doodbeeld
[750] Verwildering
[751] Auschwitz
[752] Permanent wave
[753] Blokkeering
[754] Klerk
[755] Status nascendi
[756] Status morendi
[757] ‘O Minimum dat zonder menschen is’
[758] ‘Nu zijn wij eindelijk bijeen’
[759] ‘Gij hebt u uit mij weggenomen’
[760] ‘Al sta ik in uw vleesch geaderd’
[761] Hoonte
[762] Autodroom
[763] Quadratuur
[764] Treinnimph
[765] Dief
[766] Democraat
[767] Draaideur
[768] Ovoïde
[769] Het meisje en de trom
[770] Topaas
[771] Foetus
[772] Bruidegom
[773] Vendutie
[774] Winnetou
[775] Extemporeetje
[776] Werkster
[777] Veewagen 1945
[778] Atoombom
[779] Amethist
[780] Ectoplasma
[781] Hangkast
[782] Mamré
[783] Overjarig
[784] Smaragd
[785] Reflexie
[786] Risico
[787] Castrup
[788] Sloot
[789] Rath & Doodeheefver
[790] Afreis
[791] Kermesse d'été
[792] Weerbericht
[793] Euclides
[794] Verzoendag
[795] Ondertrouw
[796] Ban
[797] Sexoïde
[798] Robot
[799] Bruiloft
[800] Vestdijk
[801] Groeten uit Neede
[802] Aanhalingstekens
[803] Spellbound
[804] Slagzij
[805] Monogram
[806] Reincultuur
[807] Transplantatie
[808] Oculair
[809] Roltrap
[810] Halo
[811] Inclinatie
[812] Jean Giono
[813] Leliën
[814] Robot
[815] Kindergraf
[816] Hoornik
[817] Spel
[818] Verdemen
[819] Asbelt
[820] Elckerlyc
[821] Robot
[822] Dronken nachtliedje
[823] Gobelin
[824] Pand
[825] Huiszoeking
[826] Parhelium
[827] Mascotte
[828] Plexus solaris
[829] Vercors
[830] Bloedwraak
[831] Ets
[832] Fructidor
[833] Nevelheim
[834] Nabeeld
[835] Plastic
[836] Katalisator