Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[813] Leliën

Overlevering

M^1	Manuscript, H-45.
T	Ad interim 5 (november 1948), p. 386.
M^2	Typoscript D^1, collectie D.-E. Baestaens, H-46.
D^1	Hoonte, p. 70.
P^1	Eerste proef D^2, H-88.
P^2	Tweede proef D^2, H-89.

[p. 634]

D^2	Cryptogamen iii, p. 238.
M^3	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 702.

Datering

Vóór november 1948

Leestekst

T

Varianten en correcties

M¹ a anilinepotlood, b-c potlood

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		b	Lelieen
		b	[Leli]ën
	T-D^3		|	|

1

M^1-D^3

Jeugdvoorvallen drijven als lijken boven.

2	M^1	a	Ik staar de gracht in van mijn eigen	[breekt af]
		b	[	] kwaad
	T-D^3		|		|.
			[Vanaf M^1, r. 3 is fase b de grondlaag van het gedicht]

3	M^1	b	Dat dit hier altijd nog bestaat
		b	{Hoe is het mooglijk, dat dit nog bestaat}^+
		c	[Hoe is het		mooglijk,		dat dit nog bestaat]
	T		|	|	mogelijk	,	|	|
	M^2-D^3		|			| ◦	|	|

4

M^1-D^3

en als een vegetatie ligt te stoven

4/5

M^1-D^3

[strofewit]

5	M^1	b	Het is Gode zij dank uit mij verschoven^+
		c	in zon die uit mijn		leven	is verschoven^+
		c	[	]{	zenith}	[	]^+
	T-D^3		|	|	zenith	|	|

6	M^1	b	naar deze plek		waar het	[	◦	]
		c	[	]	en niet meer ondergaat
		c	[	]	die meer en meer vergaat
		c	[	]	[en] langzaam ondergaat.
	T-D^3		|						|

7	M^1	b	leliën	van bederf, lachend gelaat
	T-D^3		Leliën	|	|,

+ [?? door de regels]

+ [? door de regel]

+ [? door zon]

+ [? door zenith en leven]

[p. 635]

8

M^1-D^3

waarin het leven niet meer kan geloven.

8/9

M^1-D^3

[strofewit]

9	M^1	b	Over de stenen		ballustrade	leunend^+
		b	[	]	[bal][ustrade]	[	]
	T-D^3		|				|

10	M^1		gaan mijn gedachten naar een oud weleer
	T-D^3		|	|;

11	M^1	αb	ben ik		een kind		dat hongerde en dorstte
		βc	[	]	het [	]	voor		iedre	daad gereed
	T-D^3		|			|,	|	|	iedere	|	|

11/12	M^1		[geen strofewit]
	T-D^3		[strofewit]

12	M^1	αb	en dat niet wist wat het spelend		vermorste
		βc	[	]	misdeed
	T-D^3		|			|;

13

M^1-D^3

zich om geen god of ander goed bekreunend,

14	M^1	b	maar was op zijn terrein meester en heer
		c	[op zijn	terrein] eigen	[meester en heer]
		c	[	] eigen [terrein]	[		]
		c	meester op zijn terrein en eigen heer
	T-D^3		|			|.

+ [? door ballustrade]

Commentaar

^1	M^1 vertoont overeenkomsten (papiersoort en schrijfstof van de eerste aanzet) met het manuscript van [838] ‘Röntgen’. Er zijn verder geen aanwijzingen dat de gedichten in dezelfde periode zijn geschreven.
^2	Zie [812] ‘Jean Giono’, noot 1.
^3	M^1 is gereproduceerd in Achterbergkroniek 10.2 (1991), tussen p. 36 en p. 37.