Dit gedicht en [303] ‘Liefde ii’ zijn ontstaan uit de splitsing van het in 1938 gepubliceerde gedicht [231] ‘Liefde, ik blijf u loven’ (zie ook het apparaat aldaar). De datering van de aldus ontstane reeks is gebaseerd op de publicatiegeschiedenis van Eiland der ziel. Op 15 augustus 1939 stuurde Ed. Hoornik de kopij van de bundel aan A.A.M. Stols. Zie § 7.4.