Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[672] Doodlied

Overlevering

M^1	Eerste typoscript D^1, H-26.
T	Apollo 1.7 (juli 1946), p. 41.
M^2	Tweede typoscript, kopij D^1, H-55.
P^1	Eerste proef D^1, H-57.
P^2	Tweede proef D^1, H-58.
D^1	Inertie/Oude cryptogamen, p. 107.
M^3	Kopij D^2, H-122.
D^2	Verzamelde gedichten, p. 348.

Datering

Vóór december 1945

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

M¹ a typemachine, b potlood

M² a typemachine, b potlood

Titel	Doodlied > Doodslied T
1	woord, > woord T-D^2
13	gena > gena M^2 a > [gen]â M^2 b-D^2
17	betaald’. > betaald.’ T
19	eene > held're M^1 b-D^2
20	zijn > [zijn], M^1 b-D^2

Commentaar

^1	Zie [661] ‘Duel’, noot 1 en 2.
^2	Dit gedicht heeft behoord tot de verzameling gedichten die Achterberg op 4 mei 1946 aan Standpunte stuurde (zie [661] ‘Duel’, noot 2). Zie over de publicatie van dit gedicht in. Apollo verder [663] ‘Afscheid’, noot 2.
^3	Bij M^1, r. 4 gewestelijke is in vreemde hand genoteerd: ‘gewesten (?)’. Dit voorstel tot correctie is, waarschijnlijk door Achterberg, doorgehaald.