| |
| |
| |
[232] Jan Toorop
Overlevering
M1 |
Manuscript, oorspronkelijk bij brief aan R. Houwink, 1 juli 1938. |
T1 |
Werk 1.3 (maart 1938), p. 44. |
D1 |
Eiland der ziel, p. 32. |
D2 |
Cryptogamen1, p. 63. |
D3 |
En Jezus schreef in 't zand1, p. 9. |
T2 |
Pen en penseel. Bijzonder nummer van Critisch bulletin uitgegeven in de zomer van 1947, p. 224. |
D4 |
En Jezus schreef in 't zand2, p. 5. |
P1 |
Proef D5, H-54. |
D5-6 |
En Jezus schreef in 't zand3-4, p. 5. |
D7 |
Cryptogamen2, p. 25. |
P2 |
Proef D8, H-90. |
D8 |
En Jezus schreef in 't zand5, p. 5. |
M2 |
Kopij D9, H-122. |
D9 |
Verzamelde gedichten, p. 96. |
| |
Datering
Vóór 1 juli 1938
| |
| |
Varianten en correcties
2 |
voor dat > voordat D3 |
4/5 |
[geen strofewit] > [strofewit] D3, D4-D6, P2-D8 |
9 |
eendere > eendre D3, D4-D6, P2-D8 |
9/10 |
[geen strofewit] > [strofewit] D3, D4-D6, P2-D8 |
12 |
juist > juist, T1-D3, D4-D9 |
13 |
zijn > Zijn D3, D4-D6, P2-D9 |
| |
Commentaar
1 | Volgens een latere mededeling van Achterberg dateert dit gedicht uit 1936. |
2 | Dit gedicht is geïnspireerd op het schilderij ‘Alleen de Christus kan alles redden’ (1922) van Jan Toorop (1858-1928). Een prentbriefkaart met een reproductie van dit schilderij bevindt zich in de collectie Achterberg (zie afbeelding). |
3 | Zie [226] ‘Graalridder’, noot 1 en 2. |
4 | Op 6 juli 1938 wendde Ed. Hoornik zich tot Roel Houwink met het verzoek om gedichten van Achterberg voor het eerste nummer van het nieuwe tijdschrift Werk. Van de vijftien gedichten die Houwink in zijn bezit had (zie [226] ‘Graalridder’, noot 2), stuurde hij er negen aan Hoornik (8 augustus 1938). Hoornik kopieerde de gedichten en liet ze bij de overige redactieleden van Werk circuleren. In totaal werden acht gedichten opgenomen in Werk: [232] ‘Jan Toorop’ tot en met [239] ‘De dood laat geen gedicht meer toe’ (het niet geplaatste gedicht was [240] ‘Wie ik verder zal worden’). Zie verder § 6.2.2. |
| |
| |
5 | Op 18 december 1946 vroeg R. Blijstra Achterberg om een bijdrage voor Pen en penseel, een bijzonder nummer van Critisch bulletin. Achterberg stuurde zes gedichten gedichten en gaf - voor het geval de gedichten ‘niet beantwoorden aan het doel’ - in zijn brief nog een opsomming van de schilders van zijn voorkeur. De gedichten werden geplaatst in de afdeling ‘Schrijvers over schilders’. Zie verder § 32.1.7. |
6 | Zetfout in D7, r. 1: ik u i.p.v. ik laat u (door D. Wolthers in M2 gecorrigeerd). |
7 | De verandering in D3, D4-D6 en P2-D8, r. 13 is later door D. Wolthers overgenomen in M2. Omdat het in dit geval gaat om het bijwerken van een inmiddels verouderde versie, wordt in het apparaat alleen de gecorrigeerde versie van M2 betrokken. |
|
|