Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[805] Monogram

Overlevering

M^1	Manuscript, H-47.
T	Criterium [6] (oktober 1948), p. 581.
P	Proef D^1, H-48.
D^1	Sneeuwwitje, p. 31.
M^2	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 34.
M^3	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 737.

Datering

Vóór eind oktober 1948

Leestekst

T

Ingreep

1	eindlijk < eindelijk

Ontwikkelingsgang

M¹ bevatte in eerste instantie alleen een onvolledige r. 1 in zwarte inkt. In potlood schreef Achterberg een schetsmatige opzet voor het vervolg, maar dit tekstgedeelte haalde hij in zijn geheel door (M¹ I, r. 1-8). Eronder begon hij opnieuw (M¹ II, r. 1-8), hernam hiervan r. 7-8 en schreef tenslotte de rest van het gedicht (M¹ III).

Varianten en correcties

M¹ a zw inkt, b-g potlood

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		g	Monogram
	T-D^3		|	|

[p. 611]

1	M^1 I	a	Uw		[	◦	]	moet eindlijk aarde maken
	II	d	Uw		aanzijnsvlak			|	|
		e	[	]	hoogspanning			[	]
	T-D^3		|						|.

2	M^1 I	b	Wij kunnen in elkander overgaan	.
	II	d	|	|◦
	T-D^3		|	|.

3	M^1 I	b	Van kruin tot voetzool voel ik door mij slaan
	II	d	Ik loop		al eeuwen op	het witte laken,
		e	[	]	rechtop onder	[	]
	T-D^3		|				|

4	M^1 I	b	[	◦	]	onbekende zaken.
		c	De zekerheid van			[	]
	II	d	dat in de hoek gemerkt is met uw naam.
	T-D^3		|					|

4/5	M^1 I	b	[geen strofewit]
	II	d	[strofewit]
	T-D^3		|	|

5	M^1 I	b	Dit geeft mijn hand [	◦	] taken
	II	d	Van kruin tot voetzool voel ik door mij slaan^+
	T-D^3		|			|

6	M^1 I	b	om [	◦	] over het papier te gaan
	II	d	de zekerheid van onbereikte zaken^+
	T-D^3		|			|.

7	M^1	I	b	[				◦		]
		II	d	Dit geeft		mijn		hand	de opgelegde taken^+
			e	[			]	pen	[	]
		III	f	U met		mijn		vingertoppen aan te raken
			f	[	]	{de}		[		]^+
			g	[	]	[de]		[		]
	T-D^3			|						|,

8	M^1 I	b	[	◦	] aanraken^+
	II	d	om verder over het papier te gaan.^+
	III	f	mijn handen zullen het eenmaal bestaan.
	T-D^3		|			|
			[Hier eindigen M^1 I/II. M^1 I, r. 1-7 werden tezamen doorgehaald (M^1 I, r. 8 moet ook als doorgehaald beschouwd worden). M^1 II, r. 7-8 werden tezamen doorgehaald]

8/9	M^1 III	f	[strofewit]
	T-D^3		|	|

+ [← M¹ I b, 3]

+ [← M¹ I c, 4]

+ [← M¹ I b, 5]

+ [? door de en mijn]

+ [? door aanraken]

+ [← M¹ I b, 6]

[p. 612]

9	M^1 III	f	Dan		leggen wij ons neder		in	het bed
		g	[			]	op	[	]
		g	[	]	[leg] ik u voorzichtig		[		]
	T		|						|,
	P-D^3		|						|◦

10	M^1 III	f	waar de		4	hoeken van de wereld stonden
	T		|	|	vier	|	|
	P-D^3		|				|,

11	M^1 III	f	aan de		4	einden van die grote sponde
	T		|	|	vier	|	|,
	P-D^3		|				|◦

11/12	M^1 III	f	[geen strofewit]
	T		[strofewit]
	P-D^3		[geen strofewit]

12	M^1 III	f	als wachters in de kamer		neergezet^+
		g	[	]	uit[gezet]
	T-D^3		|			|.

12/13	M^1 III	f	[strofewit]
	T		[geen strofewit]
	P-D^3		[strofewit]

13	M^1 III	f	het	rode monogram vlak bij		u	hoofd
		g	[		]	[u]w	[	]
	T-D^3		Het	|				|

14	M^1 III	f	[	◦	] uitgedoofd.
		g	wordt in het donker langzaam		[	]
	T-D^3		|			|

+ [? door neer]

Commentaar

^1	M^1 vertoont verwantschap (papiersoort en schrijfstof van de eerste aanzet) met de manuscripten van [826] ‘Parhelium’ en [831] ‘Ets’.
^2	Zie [804] ‘Slagzij’, noot 1.