Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[48] ‘Zal dan uw liefde grooter wezen dan mijn vrees?’

Overlevering

M^1	Manuscript, in brief aan R. Houwink, 5 januari 1926.
T	Elsevier's geïllustreerd maandschrift 36.11 (juli 1926), p. 44.
M^2	Manuscript, kopij D^1, H-1.
P^1	Proef D^1, H-2.
D^1	Afvaart, p. 17.
P^2	Eerste proef D^2, H-57.
P^3	Tweede proef D^2, H-58.
D^2	Oude cryptogamen, p. 9.
M^3	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 25.

Datering

Vóór 5 januari 1926

[p. 20]

Leestekst

M¹

Ingreep

2	terug < trug

Varianten en correcties

M² a zw-gr inkt, b zw inkt

Reekstitel	M^1		[ontbreekt]
	T-D^3		Strophen

Nummer	M^1-T		[ontbreekt]
	M^2-D^3		iii

4	M^1		glans		dien gij niet kende	...	Slapen
	T		|	|,	|			|
	M^2	a	|			| -	|	|
		b	[	] -	[	] ...	[	]
	P^1-D^3		|	|,	|			|

4/5	M^1		[strofewit]
	T-D^3		[geen strofewit]

5	M^1-T		moet ik nu... Zie		ik slaap zonder vrees.
	M^2		|	|,	|	|
	P^1-D^3		|	| ◦	|	|

Commentaar

^1	Zie [40] ‘Over dit land alleen’, noot 1 en 2.
^2	Dit gedicht is vertaald in het Engels door P. Boyce.