| |
[315] Somnambule
Overlevering
T |
Criterium 1 (mei 1940), p. 183. |
D1 |
Dead end, p. 32. |
D2 |
Cryptogamen1, p. 148. |
D3 |
Cryptogamen2, p. 108. |
M |
Kopij D4, H-122. |
D4 |
Verzamelde gedichten, p. 177. |
| |
Datering
Vóór 12 december 1939
| |
| |
Commentaar
1 | Op 12 december 1939 stuurde Achterberg tenminste 23 gedichten aan Ed. Hoornik in verband met de samenstelling van Dead end: [315] ‘Somnambule’ tot en met [337] ‘Illusie’ en een nieuwe versie van [250] ‘Overspel’. In zijn antwoord van 19 december 1939 bevestigde Hoornik welke ‘nieuwe gedichten’ hij van Achterberg in zijn bezit had en vroeg hij of deze gedichten in Criterium gepubliceerd mochten worden. Op 29 december 1939 gaf Achterberg hiervoor toestemming. Zeventien gedichten verschenen in 1940 in de maart-, april- en mei-aflevering van Criterium. Drie gedichten zouden pas in 1941 in Criterium
|
| |
| |
| worden gepubliceerd (zie [335] ‘Roep’, noot 1) en eveneens drie gedichten verschenen niet in Criterium maar in de De stem (zie [322] ‘Bruiloftslied’, noot 1). Zie verder § 8.1. |
2 | Dit gedicht is vertaald in het Engels door K. Snoek. |
|
|