| |
[148] Moeder I
Overlevering
T |
Opwaartsche wegen 11 (1 november 1933), p. 281. |
D1-2 |
Osmose1-2, p. 38. |
D3 |
Cryptogamen1, p. 226. |
D4 |
Cryptogamen2, p. 181. |
M |
Kopij D5, H-122. |
D5 |
Verzamelde gedichten, p. 248. |
| |
| |
| |
Datering
Vóór november 1933
| |
| |
Varianten en correcties
1 |
Vrijdagmorgen; > vrijdagmorgen: D1-D5 |
2 |
doen, > doen; D1-D5 |
4 |
wat er van > wat van D1-D5 |
4 |
overbleef... > overbleef. D1-D5 |
6 |
overleeft; > overleeft: D1-D5 |
7 |
ik ben een moordenaar, maar > wie ik ook werd, wij eten D1-D5 |
8 |
eten wij koek, die > de koek die D1-D5 |
9 |
Zondagmorgen > zondagmorgen D1-D5 |
11 |
aangebroken; > aangebroken, D1-D5 |
12 |
gevoel, > gevoel D1-D5 |
| |
Commentaar
1 | Naar aanleiding van de publicatie van dit gedicht en [149] ‘Moeder ii’ in Opwaartsche wegen is een polemiek ontstaan. Nadat het Utrechtsch dagblad op 4 november 1933 de gedichten uit Opwaartsche wegen geciteerd had, verscheen in de krant van 9 november een ingezonden brief van een zekere ‘Kasteleyn’. Deze maakte onder meer bezwaar tegen de eerste regel van dit gedicht, die bij hem ‘lang vervlogen herinneringen [had] gewekt, die ik thans wensch uit te spreken n.l. dat mijn nicht overhelde naar een blauwe Woensdagmiddag, terwijl mijn neef meer weg had van een rooden Donderdagavond.’ Roel Houwink schreef voor Opwaartsche wegen een tegenartikel, waarvoor Achterberg hem op 27 februari 1934 bedankte: ‘Wát hebt U uit het gedicht kunnen halen!! Toevalligerwijze las ik destijds in 't U.D. dat van Kasteleyn. 't Was wel een heel slappe borrel die hij daar schonk [...].’ Zie ook [149] ‘Moeder ii’, noot 1 en verder § 5.2. |
2 | In de periode dat Achterberg en Ed. Hoornik bezig waren met de voorbereidingen voor de bundel Osmose, opperde Achterberg de mogelijkheid [148-149] ‘Moeder’ nogmaals in een tijdschrift te publiceren. Op 28 november 1940 schreef hij aan Hoornik: ‘De verzen “Moeder” zijn vroeger al in O. Wegen gepubliceerd; hoewel ik ze iets veranderd heb nu, kun je ze nu niet meer in “Criterium” plaatsen, wel?’ Zie verder § 9.2.2. |
3 | Dit gedicht is vertaald in het Engels door P. Boyce. |
4 | Literatuur over het gedicht:
Houwink, R., ‘Bij een gedicht van Achterberg.’ |
Kasteleyn, [M.J.], ‘Literaire kritiek.’ |
Veldstra, B., ‘Meer dan een moeder.’ |
|
|
|