Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[144] Om een donker lichaam

Overlevering

M^1	Manuscript, oorspronkelijk in brief aan R. Houwink, 24 augustus 1931.
T	Het korenland 8 (oktober 1931), p. 231.
M^2	Manuscript Eiland der ziel (doorgehaald), H-10.
D^1-2	Osmose^1-2, p. 14.
D^3	Cryptogamen^1, p. 182-183.
D^4	Cryptogamen^2, p. 140.
M^3	Kopij D^5, H-122.
D^5	Verzamelde gedichten, p. 209.

Datering

Vóór 24 augustus 1931

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

2	voze > vooze T-D^5
6	open, > open; D^1-D^5

[p. 93]

12	eeuwigheidje > met eeuwigheden D^1-D^5
22	samensloten > sloten D^1-D^5

Commentaar

^1	Op 24 augustus 1931 schreef Achterberg aan Roel Houwink: ‘Op Jan de Groot's vereerende uitnoodiging zond ik “Om een donker lichaam” voor het October-nummer van Het Korenland. U hebt het al eens gezien; ik heb het iets gewijzigd.’ Deze eerdere versie is niet bekend. Het handschrift dat oorspronkelijk bij deze brief behoorde (M^1), bevindt zich thans in privébezit. Zie verder § 5.1.
^2	Dit gedicht zou in eerste instantie worden opgenomen in Eiland der ziel. In een later stadium werd het blad met dit gedicht in het manuscript van de bundel (M^2) doorgehaald (zie verder § 7.1-7.3).
^3	Zetfout in D^4, r. 15/16: [geen strofewit] i.p.v. [strofewit] (in D^3 valt het strofewit samen met het pagina-einde).