Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[378] Openbaring

Overlevering

M^1	Typoscript, kopij T, collectie C.M. Persijn-van de Gumster, H-14.
T	Groot Nederland 39.11 (juli 1941), p. 29.
D^1	Thebe, p. 21.
D^2	Cryptogamen^1, p. 265.
D^3	Cryptogamen^2, p. 217.
M^2	Kopij D^4, H-122.
D^4	Verzamelde gedichten, p. 284.

Datering

Vóór 8 oktober 1940

Leestekst

M¹

[p. 257]

Varianten en correcties

1	M^1-T	Ik ga de		motgenkamer	in:
	D^1-D^4	|	|	doodenkamer	|	|

2	M^1-T	het donker is bijeen		gebleven
	D^1-D^4	|	|	gedreven
		[De volgende regel ontbreekt in M^1-T:]
		D^1-D^4, r. (3):

(3)	D^1-D^4	en tot een wolk omhoog geheven
		M^1-D^4 r. 3(4)-8(9):

4	M^1-T	geen		dood	heeft dit begin.
(5)	D^1-D^4	|	|	eind	|	|

7	M^1-T	met al de heerlijkheid		,	omschreven
(8)	D^1-D^4	|	|	◦	|	|

Commentaar

^1	Zie [365] ‘Binnenhuisarchitectuur’, noot 1.
^2	Zie [368] ‘Angriff’, noot 2.
^3	Zetfout in T, r. 4/5: [geen strofewit] i.p.v. [strofewit] (veroorzaakt door ruimtegebrek).