Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[747] Voor Spanje II

Overlevering

T	Tijd en taak 11 januari 1947, p. 5.
D^1	Hoonte, p. 34.
P^1	Eerste proef D^2, H-88.
P^2	Tweede proef D^2, H-89.
D^2	Cryptogamen iii, p. 196.
M	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 663.

Datering

Vóór 15 juni 1946

Leestekst

T

Ingreep

9	Tusschen < Tuschen

Varianten en correcties

M a gedrukt, b potlood (in de hand van D. Wolthers)

Reekstitel	T		Voor Spanje
	D^1-D^3		Terreur

Nummer	T		ii
	D^1-D^3		iii

5	T-D^2		moordenaars van het noorden, die nog net
	M	a	|	|
		b	weerwolven uit het noorden, ook maar net
	D^3		|	|

[p. 540]

6	T-D^2		konden ontkomen aan de dioscuren;
	M	a	|	|
		b	de dans ontsprongen in die laatste uren;
	D^3		|		|

7	T-D^2		Germaansche		wolven,		huilend met d'ongure
	M	a	|					|
		b	[	]	monsters[,]	[		]
	D^3		|					|

8	T-D^2		monsters	van Barcelona en Madrid.
	M	a	|		|
		b	honden	[	]
	D^3		|		|

10	T		van de		guerrilla,		hun gering getal
	D^1-D^3		|	|	guerilla,	|		|

Commentaar

^1	Zie [746] ‘Voor Spanje i’, noot 1 tot en met 3.
^2	Literatuur over het gedicht: Heynders, O., ‘Poëticale discontinuïteit bij Achterberg.’