Kopie manuscript, uit correspondentie A.L. Sötemann/I.R. van Pesch.
T
Podium 4 (augustus/september 1948), p. 691.
D1
Hoonte, p. 31.
P1
Eerste proef D2, H-88.
P2
Tweede proef D2, H-89.
D2
Cryptogamen iii, p. 193.
M2
Kopij D3, H-122.
D3
Verzamelde gedichten, p. 660.
Datering
Kort vóór 3 augustus 1946
Leestekst
M1
Varianten en correcties
Titel
[ontbreekt] > Eelco T-D3
6
bloemen > bloemen, T-D3
8
cocon > cocon, T-D3
13
ontvangen; > ontvangen. T-D3
14
gij zijt met hem > Hij is met u T-D3
[pagina 541]
[p. 541]
Commentaar
1
In M1, r. 14 gij lijkt de g over een andere letter te zijn geschreven, maar de oorspronkelijke lezing is op de fotokopie niet te ontcijferen. A.L. Sötemann, die mij de kopie verstrekte, vermoedt dat Achterberg eerst heeft willen schrijven: ‘hij is met u’ (vgl. T-D3).
2
Dit gedicht is geschreven naar aanleiding van het overlijden van Eelco Sötemann (11-23 juli 1946), zoontje van A.L. Sötemann en I.R. Sötemann-van Pesch. M1 bevat de opdracht: ‘voor Eelco's ouders’. Op 3 augustus 1946 schreef A.L. Sötemann een lange bedankbrief aan Achterberg. Volgens Sötemann heeft Achterberg hem later verteld ‘dat het gedicht ontstaan is doordat hij zo getroffen was door het feit dat het jongetje gecremeerd werd (vandaar wel die “rechte vlammen”), iets wat natuurlijk in zijn omgeving volstrekt onbekend, om niet te zeggen: ongehoord was’. (Brief aan mij, 8 augustus 1994.)
3
In 1948 heeft Achterberg dit gedicht ter publicatie afgestaan aan Ed. Hoornik voor Vrij Nederland en aan Adriaan Morriën voor Criterium (zie [790] ‘Afreis, noot 1). De redactie van Criterium vond het ‘van te persoonlijke strekking’ (ongedateerde brief A. Morriën, [april 1948]). Vervolgens stuurde Achterberg het gedicht in juni 1948, samen met [797] ‘Sexoïde’ en [798] ‘Robot’, aan Gerrit Borgers ter publicatie in Podium. Op 11 augustus 1948 schreef Borgers dat de gedichten pas in de november-aflevering geplaatst konden worden, maar op 15 augustus stuurde hij de proeven van dit gedicht en [798] ‘Robot’, die toch nog in de augustus/september-aflevering konden worden opgenomen. Zie verder § 32.3.3.
4
Volgens A. Middeldorp heeft Achterberg hem verteld dat hij in de eerste regel van het gedicht ‘Eelco Sötemann’ wilde veranderen in ‘het gestorven kind’ (A. Middeldorp, ‘'t Woord heeft het laatste woord’, p. 199).