Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[p. 176]

[251] Vincent

Overlevering

M^1	Typoscript, oorspronkelijk bij brief aan R. Houwink, 22 december 1938.
T^1	Criterium 1 (april 1940), p. 70.
M^2	Typoscript, collectie J. Vermeulen, H-20, 1.
D^1	Sintels, p. 28.
T^2	Pen en penseel. Bijzonder nummer van Critisch bulletin uitgegeven in de zomer van 1947, p. 225.
D^2	Hoonte, p. 57.
P^1	Eerste proef D^3, H-88.
P^2	Tweede proef D^3, H-89.
D^3	Cryptogamen iii, p. 220.
M^3	Kopij D^4, H-122.
D^4	Verzamelde gedichten, p. 686.

Datering

Vóór 22 december 1938

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

M² a typemachine, b potlood

Reekstitel	M^1-M^2		[ontbreekt]
	D^1		Kwatrijnen
	T^2-D^4		[ontbreekt]

Titel

M^1-D^4

Vincent

1	M^1		Zijn zonnen schroeiden zóó genadeloos:
	T^1-M^2		De wereld om hem wist hij leeg en voos		.
	D^1-D^4		|	|,

2	M^1		hij bracht een vrouw zijn oor gelijk een roos.
	T^1-M^2		En		ook zijn lichaam was hem waardeloos		.^+
	D^1-D^4		en	|		|	:

3	M^1		Als	hij penseel verwisselt voor revolver		,
	T^1		Voor	|		|
	M^2	a	|			|
		b	Eer	[		]
	D^1		eer	|	|	◦
	T^2		|		|	,
	D^2-D^4		|		|	◦

4	M^1		acht hij zijn lichaam verder waardeloos.
	T^1-D^4		brengt hij een vrouw zijn oor gelijk een roos.^+

+ [← M¹, 4]

+ [← M¹, 2]

[p. 177]

Commentaar

^1	Op 7 januari 1938 schreef Achterberg aan Annie Kuiper: ‘Heb je toen die roman over Vincent van Goch's [sic] leven nog gelezen: “Vincent”?’ Welke roman Achterberg bedoelde, is niet te achterhalen.
^2	Zie [130] ‘In uw bloed’, noot 1.
^3	Zie [249] ‘Evenwijdig aan deze schreden’, noot 1 en 2.
^4	M^2 is een door Jan Vermeulen vervaardigd afschrift van T. Het gedicht staat vermeld in de inhoudsopgave van Balans (zie § 14.1). Vervolgens is overwogen om het gedicht in de geplande bundel Heul (zie § 16.1) en Morendo op te nemen. Volgens een aantekening van Vermeulen op M^2 is dit laatste niet gebeurd ‘omdat het niet in de sfeer v/d bundel past. Anders is het natuurlijk goed.’ Zie verder § 21.2 en 21.3.
^5	In D^1 is dit gedicht, samen met [519] ‘Code civile’ en [520] ‘Daemon’, gepubliceerd onder de gezamenlijke titel ‘Kwatrijnen’.
^6	Zie over de opname van dit gedicht in Pen en penseel [232] ‘Jan Toorop’, noot 5.
^7	Dit gedicht is vertaald in het Duits door H.J. Schädlich en in het Spaans door F. Carrasquer.