Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[166] ‘Ik weet haar naam niet meer; die is verloren’

Overlevering

M^1	Typoscript, collectie A.L.C. Palies, H-3.
M^2	Manuscript, collectie J. Vermeulen (alleen r. 5-8), H-4.
M^3	Typoscript, collectie A.L.C. Palies, H-12.
T	Criterium 1 (juni 1940), p. 278.
D^1-2	Osmose^1-2, p. 32.
D^3	Cryptogamen^1, p. 216.
D^4	Cryptogamen^1, p. 172.
M^4	Kopij D^5, H-122.
D^5	Verzamelde gedichten, p. 239.

Datering

Vóór 1937

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

Reekstitel	[ontbreekt] > Kwatrijnen T-D^5
Nummer	[ontbreekt] > x M^3 > viii T-D^5
3	in een taal, > in taal, M^3-D^5
[M^3-D^5 eindigen na r. 4]

Commentaar

^1	Zie [159] ‘O donkere, woeste ruiten voor den dood’, noot 2 tot en met 4.
^2	M^2 is een door Jan Vermeulen vervaardigd afschrift van r. 5-8 van dit gedicht

[p. 110]

(zie [175] ‘Ik heb geen naam tusschen u noodig en mijn eer’, noot 2). Boven het gedicht noteerde Vermeulen: ‘vervolg op: Ik weet haar naam niet meer’. Bij de samenstelling van Morendo zijn deze regels ondergebracht in [553] ‘Spinrag’ (zie verder aldaar, noot 1).