| |
[151] Hulshorst
Overlevering
T |
Werk. Het boek der jong-protestantsche letterkunde. Red. J.H. Eekhout. 's-Gravenhage, [1936], p. 134. |
M1 |
Manuscript, kopij D1, H-10. |
D1 |
Eiland der ziel, p. 18. |
D2 |
Cryptogamen1, p. 47. |
M2 |
Manuscript, oorspronkelijk bij brief aan A. en E. Visser, 21 augustus 1946. |
D3 |
Cryptogamen2, p. 11. |
M3 |
Kopij D4, H-122. |
D4 |
Verzamelde gedichten, p. 82. |
| |
| |
| |
Varianten en correcties
11 |
bosschen: > bosschen,: M1 |
| |
Commentaar
1 | Volgens een latere mededeling van Achterberg dateert dit gedicht uit 1933. Vgl. Biografie, p. 146. |
2 | Op 18 maart 1936 vroeg Jan H. Eekhout Achterberg om ‘een drietal verzen’ voor Werk. Het boek der jong-protestantsche letterkunde, dat onder zijn redactie zou verschijnen. De sluitingsdatum was gesteld op 1 juni 1936. Achterberg heeft een onbekend aantal gedichten gestuurd, waarop Eekhout hem vervolgens (in een ongedateerde brief) schreef: ‘Gaarne behoud ik voor werk 1936 de verzen Hulshorst, Morgenmist en In den regen. Ik acht U een der allerbeste dichters die wij bezitten! T.z.t. ontvangt u de drukproeven.’ Afgezien van de genoemde gedichten - zie ook [152] ‘Morgenmist’ en [153] ‘In den regen’ - werden van Achterberg een foto en enkele bio- en bibliografische gegevens opgenomen. Zie verder § 5.3. |
| |
| |
3 | Op 21 augustus 1946 stuurde Achterberg een handschrift van dit gedicht (M2) aan Ab en Edith Visser. In het weekend van 17 en 18 augustus 1946 hadden de echtparen Achterberg en Visser elkaar voor het eerst ontmoet tijdens de viering van de vijftigste verjaardag van Hendrik de Vries te Groningen. Bij die gelegenheid heeft Achterberg beloofd het handschrift te zullen sturen. In zijn brief schreef hij: ‘Hulshorst is nu waarschijnlijk nog eerder in A'dam dan jullie.’ (Vgl. Achterberg-Visser, p. 7.) Het handschrift is gedateerd ‘21-viii-'46’ en bevat de opdracht ‘voor Ab en Eddis’. Het bevindt zich thans in de collectie R. Kuipers van het nlmd. |
4 | Zetfout in D1, r. 10: veroude i.p.v. oeroude |
5 | Dit gedicht is vertaald in het Duits door L. Kunz en R.W. Schnell/J. Walvis en in het Engels door M. O'Loughlin. |
6 | Literatuur over het gedicht:
Leek, Th. van der, ‘De dichter Achterberg.’ |
|
|
|