Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[357] Gebed aan God

Overlevering

M^1	Manuscript, in brief aan R. Houwink, 19 juni 1940.
T	Criterium 1 (augustus 1940), p. 396.
D^1	Thebe, p. 19.
D^2	Cryptogamen^1, p. 261.
D^3	En Jezus schreef in 't zand^1, p. 18.
D^4	En Jezus schreef in 't zand^2, p. 14.
P^1	Proef D^5, H-54.
D^5-6	En Jezus schreef in 't zand^3-4, p. 14.
D^7	Cryptogamen^2, p. 213.
P^2	Proef D^8, H-90.
D^8	En Jezus schreef in 't zand^5, p. 14.
M^2	Kopij D^9, H-122.
D^9	Verzamelde gedichten, p. 280.

Datering

Vóór 3 mei 1940

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

Titel Gebed aan God > Gebed D³-D⁶, P²-D⁸

Commentaar

^1	Op 3 mei 1940 schreef Achterberg aan Ed Hoornik: ‘Bij de gezonden verzen voeg ik nog dit Gebed.’ Hiermee is dit gedicht bedoeld, want op 6 juni meldde

[p. 244]

Achterberg: ‘Gisteren passeerde de drukproef van “Gebed aan God”’. Het gedicht werd, samen met vier andere gedichten, gepubliceerd in de augustus-aflevering van Criterium. Zie verder § 9.1.1.