Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[819] Asbelt

Overlevering

M^1	Manuscript, H-47.
T	Ad interim 6 (februari 1949), p. 58.
P	Proef D^1, H-48.
D^1	Sneeuwwitje, p. 37.
M^2	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 40.
M^3	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 743.

Datering

Vóór eind januari 1949

Leestekst

M¹ e

Ingreep

13	ik loop, < ik ik loop,

Varianten en correcties

M¹ a zw inkt, b-e potlood

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		e	Asbelt
	T-D^3		|	|

[p. 644]

1	M^1	αa	Dingen die		buiten zijn, onder de wind,
		αb	[	]	weggeworpen zijn, [onder de wind,]
		βc	[			] in [wind,]^+
		γd	[			] te oud
	T-D^3		|				|

2	M^1	αa	hebben van u		[breekt af]
		αb	[	]	[	◦		] ingenomen^+
		βc	en weer [hebben van u]					de	laatste weet
		βc	[				]	een	[	]
		γd	voor een bestemming, maken u compleet.
	T-D^3		|							|
			[? met een invoegingsteken tussen M^1 d, r. 2 een en bestemming;? vervolgens geschrapt]

3	M^1	c	Het is omdat gij nu hetzelfde heet.
	T-D^3		|	|

4	M^1	c	want wat gelijk wordt kent elkander blind
		d	Het eind laat ieder lichaam even koud.
	T-D^3		|	|

4/5	M^1	c	[strofewit]
	T-D^3		|	|

5	M^1	c	Een oude emmer, rommel, scherven,		grint,
		d	[	]	hout[,]
	T-D^3		|			|

6	M^1	c	alles waartoe het leven zich versleet^+
		d	[	],^+
	T-D^3		|		|
			[Vanaf M^1, r. 7 is fase d de grondlaag van het gedicht]
7	M^1-T		koolstronken, fietsband en een stuk vloerkleed		:
	P-D^3		|	|	;

8	M^1		een hond licht er		z'n	poot, een kat miauwt.
	T-D^3		|	|	zijn	|	|

10	M^1	d	van as,		amoniak	en peterselie.
		d	[	]	am[moniak]	[	]
	T-D^3		|				|

11/12	M^1	d	[geen strofewit]
		e	[strofewit]
	T-D^3		|	|

+ [lees: wind]

+ [? door ingenomen]

+ [? na de regel]

+ [? geschrapt]

Commentaar

^1	Zie [817] ‘Spel’, noot 1. Bert Voeten vond dit gedicht ‘het sterkst in de terzinen’.