Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[825] Huiszoeking

Overlevering

M^1	Manuscript, H-49.
T	Ad interim 6 (oktober 1949), p. 270.
M^2	Typoscript, kopij D^1, H-50.
P	Proef D^1, H-51.
D^1	Mascotte, p. 18.
M^3	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 58.
M^4	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 759.

Datering

Vóór oktober 1949

Leestekst

T

[p. 652]

Varianten en correcties

M¹ a-c potlood

M² a typemachine

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		b	Huiszoeking
	T-D^3		|	|

3	M^1	a	alleen maar voorzover zij		open gaan,
		a	[	]	[opengaan,]
	T-D^3		|			|

7	M^1	a	dat ik de zolder zie, de		kelder	en het raam
		c	[	]	ladder	[	]
	T		|				|,
	M^2-D^3		|				|◦

8	M^1	a	waardoor	gij kon ontkomen naar de stegen.
		c	[waar]langs	[	]
	T-D^3		|		|

9	M^1	a	Niet lang geleden		zijt	ge hier		geweest^+
		a	[	]	hebt	[	]	vertoeft
		a	[				]	[vertoef]d
		a	[				]	verwijld.
	T-D^3		|						|

10	M^1	αa	Ik merk het aan de mensen	.		Op mijn vraag
		βb	[		]	Maak gewag.
	T		|				|
	M^2	a	|				|
		a	[	];		m[aak] [gewag.]
	P-D^3		|					|

11	M^1	αa	gaan zij	naar binnen om te informeren.
		βb	Zij gaan	[	]
	T-D^3		|		|

13

M^1

a

is me een raadsel

[

◦

]

b

[

],

als het eindelijk mag,

c

[is] iedereen [een raadsel

,

als [het]] [mag,]

T-D^3

|

|;

|

|

het

|

|

14	M^1	b	hou ik huiszoeking	[breekt af]
		c	vind ik dan ook geen		spijl	meer doorgevijld.
		c	[	]{tralie}		[		]^+
		c	[vind ik] [geen] enkele		[tralie]	[doorgevijld.]
	T-D^3		|				|

+ [? door geweest]

+ [? door tralie en spijl]

Commentaar

^1	Zie [823] ‘Gobelin’, noot 1.