| |
[351] December
Overlevering
M1 |
Typoscript, oorspronkelijk bij brief aan H. Marsman, 5 mei 1940. |
| |
| |
M2 |
Typoscript, collectie C.M. Persijn-van de Gumster, H-14. |
T |
Criterium 1 (augustus 1940), p. 398-399. |
D1 |
Thebe, p. 5-6. |
D2 |
Cryptogamen1, p. 239-241. |
D3 |
Cryptogamen2, p. 193-194. |
M3 |
Kopij D4, H-122. |
D4 |
Verzamelde gedichten, p. 260-261. |
| |
Datering
Vóór 24 april 1940
| |
| |
| |
Commentaar
1 | Op 15 maart 1940 stuurde Achterberg zeven gedichten aan Ed. Hoornik (zie [338] ‘Dicht bij de dingen die u kennen’, noot 2), waaronder een niet bewaard gebleven versie van dit gedicht, die wellicht nog niet voltooid was. Achterberg schreef namelijk: ‘[...] van “December” ben ik niet zeker. Als je ook vindt dat het niet uit de verf is, wil je het dan retourneeren?’ Op 24 april zond Achterberg hem - naast twintig andere gedichten (zie [344] ‘In hoc vincit i’, noot 1) - een nieuwe versie van het gedicht: ‘Kun je ook vinden dat “December” nu gewonnen heeft zoo?’ Hij verzocht Hoornik de oude versie van het gedicht te vernietigen. |
2 | Dit gedicht is vertaald in het Engels door P. Boyce. |
|
|