Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[782] Mamré

Overlevering

M^1	Manuscript, H-47.
M^2	Typoscript, kopij T^1, H-44.
T^1	Kroniek van kunst en kultuur 8 (november 1947), p. 302.
P	Proef D^1, H-48.
D^1	Sneeuwwitje, p. 8.
T^2	Dichters van dezen tijd. Red. D.A.M. Binnendijk. 19e dr., Amsterdam, 1954, p. 204.
M^3	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 10.
M^4	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 713.

Datering

Vóór 5 oktober 1947

Leestekst

M²

Varianten en correcties

M¹ a zw inkt, b anilinepotlood, c-d potlood

M³ a gedrukt, b potlood (in de hand van D. Wolthers)

Titel	M^1	a	[ontbreekt]
		b	Mamre
		c	[Mamr]é
	M^2-T^2		|	|
	M^3	a	|	|
		b	[Mamr]e
	D^2-D^3		|	|

1

M^1-D^3

De wind staat in de eiken als een zee

2

M^1-D^3

van marmora, een harde mijmer bleef

3

M^1-D^3

sedert uw sterven over in de dreef

4

M^1-D^3

der hersenen, waar ik u denk aan twee.

4/5

M^1-D^3

[strofewit]

5

M^1-D^3

Waar de memoiren zich van lieverlee

6	M^1		losmaken van de zin die ze beschreef		.
	M^2-D^3		|	|	◦

[p. 571]

7	M^1	a	[	◦	]	zeef
		b	en het verstand ze doorlaat als een			[zeef	]
	M^2-D^3		|				|,

8	M^1	a	[			◦				] mee.
		b	te grof geworden				in		zijn	dwarsdoorsnee[.	]
		b	[			]	voor		[		]
		c	[te]	ijl		[geworden]	in		[		]
		c	[ ]	{ ruim	}	[		]	{hun}	[	]
		c	[ ]	[2	]		[	]	[zijn]	[	]
	M^2-D^1		| |	ruim		|					|
	T^2-D^3		| |	fijn		|	|	voor Mnemosyne.

8/9

M^1-D^3

[strofewit]

9	M^1	a	En buiten mij de groote cirkelgang^+
		b	En buiten mij het		dergelijk verlies
		b	[	]{	andere}	[	]
	M^2-D^3		|	|	andere	|	|

10

M^1-D^3

uwer versnippering in de natuur,

11	M^1	b	spreiding		,	die
		b	[		]	waarin ik u niet volgen kan.
	M^2-D^3		|	|	◦	|	|

11/12	M^1	b	[strofewit?]
	M^2-D^3		[geen strofewit]

12	M^1	b	[			◦				]
		c	hoofd	en heelal	[		◦	]	op den duur^+
		d	[		]	bezinken			[	]
	M^2-D^3		Hoofd	|						|.

12/13	M^1-T^1		[geen strofewit]
	P-D^3		[strofewit]

13	M^1	b	alsof	een god door deze		holte	blies		,
		c	[		]	[holte]n	[		]^+
	M^2-D^3		Alsof	|				|	◦

14	M^1	b	ontstaat het vers en waait de boom er van.
	M^2-D^3		|	|

+ [regel tussen ( );? door de regel]

+ [? door op den duur]

+ [? door n]

Commentaar

^1	De eerste aanzet van dit gedicht (M^1 a) dateert wellicht van vóór 1947, gezien de spelling De Vries en Te Winkel.
^2	Zie [757] ‘O minimum dat zonder menschen is’, noot 2.
^3	Op 25 november 1953 schreef Achterberg aan D.A.M. Binnendijk in verband met de opname van dit gedicht in de herdruk van de bloemlezing Dichters van

[p. 572]

	dezen tijd (T^2): ‘De 8e regel van Mamré uit Sneeuwwitje veranderde ik in: te fijn geworden voor Mnemosyne.’
^4	De verandering in T^2, r. 8 is later door D. Wolthers overgenomen in M^3, de kopij voor D^2. Omdat het in dit geval gaat om het bijwerken van een inmiddels verouderde versie, wordt in het apparaat alleen de gecorrigeerde versie van M^3 betrokken.
^5	Zetfout in D^3, r. 14: er van i.p.v. er van.