Gedichten. Deel 3a. Apparaat

[486] ‘Morgen van zijde en zonder vrees,’

Overlevering

M^1	Typoscript, oorspronkelijk collectie J.Th. Stakenburg, H-16.
D^1-2	Eurydice^1-2, p. 21.
P^1	Eerste proef D^3, H-88.
P^2	Tweede proef D^3, H-89.
D^3	Cryptogamen iii, p. 21.
M^2	Kopij D^4, H-122.
D^4	Verzamelde gedichten, p. 380.

Datering

Vóór 1942

Leestekst

M¹

Varianten en correcties

Titel	M^1	[ontbreekt]
	D^1-D^4	Zijde

5	M^1	Ik kan u niet bedieden		,
	D^1-D^4	|	|	◦
		[M^1 eindigt na r. 10]
		D^1-D^4, r. (11)-(14):

(10/11)

D^1-D^4

[strofewit]

(11)

D^1-D^4

Maar langs mijn oogen strijken

(12)

D^1-D^4

en in mijn keel zijn heesch

(13)

D^1-D^4

onuitgesproken blijken

(14)	D^1-D^4	dat gij hier zijt geweest.
		[Hier eindigen D^1-D^4]

Commentaar

^1	Zie [427] ‘Nachtwind en ritseling’, noot 1.