[214] ‘Ik wist niet dat hij al sprak in de taal van den dood’
Overlevering
T1
De delver 10 (juni 1937), p. 133.
M1
Manuscript, kopij D1, H-10.
T2
Moderne Nederlandsche religieuze lyriek. Red. J.H. Eekhout/A.J.D. van Oosten. Lochem, [februari 1939], p. 14.
D1
Eiland der ziel, p. 28.
D2
Cryptogamen1, p. 59.
D3
Cryptogamen2, p. 21.
M2
Kopij D4, H-122.
D4
Verzamelde gedichten, p. 92.
Datering
Tussen 19 april en juni 1937
Leestekst
T
Varianten en correcties
M1 a zw inkt, b zw inkt (in de hand van R. Houwink, aangebracht ná T2)
Titel [ontbreekt] > [ontbreekt] M1a-T2 > Ik wist niet... M1b-D4
[pagina 143]
[p. 143]
Commentaar
1
Zie [213] ‘Nu ik zoo zuiver thuis ben met mijzelf’, noot 1 en 2.
2
In een ongedateerde brief aan Annie Kuiper (waarschijnlijk 20 juli 1938) schreef Achterberg dat hij een ‘uitnoodiging voor 'n bloemlezing (v. Oosten en Jan Eekhout)’ had ontvangen. Roel Houwink heeft dit gedicht en [226] ‘Graalridder’ aan de samenstellers van de bloemlezing (T2) gestuurd. Zie ook § 6.2.2.