Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 379]
| |
[795] Ondertrouw(aant.)Er is een sneeuw begonnen in de straat.
Ik voel hoe of het werkwoord overgaat
in zijn verleden tijd. De wil verdwijnt
om nog vandaag te zijn en zonder eind.
5[regelnummer]
De stilte die buiten het huis bestaat,
geeft aan het lege hart hilte en baat.
Alles wat niet meer wezen kon omlijnt,
tot uw gestalte voor het raam verschijnt.
Ik had u eerder ook niet horen komen.
10[regelnummer]
Dit is de deur. Een zoete streem van kou
gaat u vooruit, terwijl gij binnentreedt.
Zolang ik het niet beter van u weet,
zijt gij weer met uzelve toegenomen
en staan wij tot elkaar in ondertrouw.
|
|