Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 332]
| |
[710] Creatie(aant.)Uit 'n overrompelende slaap ontwaakt
in de holen van de nacht.
De muren suizen. Spiegel die blaakt
van een geheimzinnig vuren op haar ziel.
5[regelnummer]
Uit welk heelal? En met welk licht?
Wat wordt hier al uren verricht?
Er viel
iets uit de hoeken naar omlaag.
De kamer snikt, omdat er traag
10[regelnummer]
en eindeloos iets uit haar glijdt,
dat zich genadeloos bevrijdt,
waarna de grauwe morgen daagt.
|
|