Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
[351] December(aant.)Het is dezelfde December
van je dood.
You don't remember...
Weer ligt die straat
5[regelnummer]
aan beide einden
in mist gevat;
geen ander gaat
voorbij, dit kwaad
met zijn gelaat
10[regelnummer]
verhinderende:
het onheil vat
post in mijn lot.
Ik sta verstard.
O deur, bestemde
15[regelnummer]
voor komst en keer
in liefde's blinde
armenpaar,
ik ga u binnen
als breker in
20[regelnummer]
wildvreemde huizen,
wederzin
opent zijn sluizen
op mijn klim.
Ik sta te suizen,
25[regelnummer]
bloed uit, bloed in.
Het oude duister
wil dat ik luister
naar zijn geheim
van nacht's gekende
30[regelnummer]
slaapfestijn,
het fluisterende...
maar het kan niet zijn:
ik ben beneden
het laagste peil
35[regelnummer]
van zin en rede,
ik ben beneden
mijn levensreden,
trede voor trede
| |
[pagina 167]
| |
wordt in mij groot
40[regelnummer]
een hamer, hamer.
Is dit de kamer?
Dit is December,
die van je dood.
You don't remember...
|
|