Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[843] Jeanne d'Arc(aant.)Die morgen, door het land van Jeanne d'Arc,
begon de weg te golven en de wagen
kreeg lange sprongen, om ons af te vragen
wat zich nog in de nevelen verstak
5[regelnummer]
bij Domrémy. Een vege zon verbrak
de vage sluiers. Achter witte ragen
verscheen de maagd van Orleans. Wij zagen
haar rijden op een paard in rood schabrak.
Kuras, maliënkolder, helm en schild
10[regelnummer]
verborgen haar jonkvrouwlijkheid. De stemmen,
die zij gehoord heeft, hebben het gewild.
Luchtspiegeling, waar wij langs snellen, mild
na zoveel eeuwen... Jonge zonnevlammen
verslinden het. De wereld ligt verstild.
|
|