Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[989] Cross-country(aant.)Dwalend onweidelijk door bos en beemd,
kruiselings op de aangelegde paden,
kom ik u in de hemelsbreedte nader,
maar blijf u altijd een armlengte vreemd.
5[regelnummer]
Boomstammen blijken dan zo dicht vereend,
dat ze een muur vormen. Gij slaat het gade
tussen de cryptogamen en nachtschade,
hebbend een handgebaar, om mij te raden
de laatste stap te zetten, onversteend,
10[regelnummer]
alsof het aan een sprookje werd ontleend.
Gij staat onder een hoog beschermheerschap.
De dennenaalden dempen 't houtgeknap.
Ik hoor u heengaan, bijna voor de grap.
Meidoorn en kamperfoelie geuren zoet
15[regelnummer]
bij drinkplaatsen, waar ik uw mond ontmoet.
Aan gene zijde van het avondlicht
steekt uit een gleuf een stuk van uw gezicht.
Er staat een pyramide opgericht
aan deze zijde, in zijn doodgewicht;
20[regelnummer]
die so wie so tot omkeren verplicht.
En onbezoldigd gaan de bossen dicht.
|
|