Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[798] Robot(aant.)Ik ben het, boven aan mijn keel;
koker van kraakbeen en daar op
een halfbehaarde, benen knop
met kakementen en monddeel.
5[regelnummer]
Wanneer ik een dichtregel kweel
stijgen kettingen in mij op;
tandraderen slaan in galop
en woorden worden haastig heel.
Buiten dit ogenblik bestaat
10[regelnummer]
alleen de stilte naad voor naad.
Dekschilden pantseren mij in.
Op kogellagers draait de nek
conisch van plek tot plek.
Mijn kieren kijken boven in.
|
|