Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 54]
| |
[111] (Wat moest die stad,)(aant.)Wat moest die stad,
als een voor jaren aan mijn hart vervreemd bericht,
beteekenen?
Zou zij in deze huizen schuilen?
5[regelnummer]
Het licht lag geheimzinnig op de steenen.
O zwijgen... tot mijn stem het uit moet schreeuwen:
aanwezig, diep aanwezig, deze schreden
gaan als vanzelve in een voortijds vinden binnen;
nu word ik blind en eeuwig onverhinderd;
10[regelnummer]
uw wezen schiet mijn wezen weer te binnen,
ik moet u aan de laatste muren vinden.
|
|