Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 384]
| |
[805] Monogram(aant.)Uw hoogspanning moet eindlijk aarde maken.
Wij kunnen in elkander overgaan.
Ik loop rechtop onder het witte laken,
dat in de hoek gemerkt is met uw naam.
5[regelnummer]
Van kruin tot voetzool voel ik door mij slaan
de zekerheid van onbereikte zaken.
U met de vingertoppen aan te raken,
mijn handen zullen het eenmaal bestaan.
Dan leg ik u voorzichtig op het bed,
10[regelnummer]
waar de vier hoeken van de wereld stonden
aan de vier einden van die grote sponde,
als wachters in de kamer uitgezet.
Het rode monogram vlak bij uw hoofd
wordt in het donker langzaam uitgedoofd.
|
|