Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[53] (Er ligt in de zon een vrouw te lachen)(aant.)Er ligt in de zon een vrouw te lachen
Er ligt in mijn hart een vrouw begraven
Er is in mijn bloed een vrouw verdronken.
Eeuwig staat ergens een vrouw te wachten.
5[regelnummer]
Er is een vrouw vóór mij weggevaren
Ik moet wachten voordat ik ga
op een vrouw die mij nog in zal halen,
het werd eenmaal beloofd door haar.
Deze verwarden in mij, tot den dood
10[regelnummer]
met mij bevriend, in hun midden leef ik.
Maar om een, die zonder afspraak ontvlood
en mij mijzelve alleen liet, ween ik.
|
|