Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 357]
| |
[754] Klerk(aant.)Het ruischt van morgenstond tegen mijn slaap.
Blessuren zang, beneden in de straat.
Wandelvereeniging. Het is te laat
om mee te gaan. Vaarwel meisje en knaap.
5[regelnummer]
Ik lig voor elke mooglijkheid te raap
in deze zondagochtend, die vergaat
langs wijzerplaten, waar geen tijd op staat,
zoo houdt de eeuwigheid mij voor de aap.
Noodzaak en uur hebben elkaar gemist.
10[regelnummer]
Er gaat geen trein vandaag. Op het kantoor
komen de dagen zich een datum voor,
in alle stilte, waar niemand van wist;
want maandagmorgen, des te ongewender,
zien wij de zoete fout op de kalender.
|
|