Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[632] Directeur(aant.)Gij telt.
Ik noem.
En met één naam heb ik u in uw millioenen geraakt.
Ik maak de wet. Ik beweeg mij sprongsgewijze.
5[regelnummer]
De wet maakt u. Gij gaat ruggelings verder.
Er is tusschen ons een ondempbare diepte.
(Gezien van uw kant.)
Gij rangschikt.
Ik ben altijd weer mijn eigen winst.
10[regelnummer]
(Die gij rangschikt.)
Ik ben mijn eigen verlies; het nulpunt, waarop gij
loert en roept: o moeder der getallen.
Maar als ik met kristallen
volschiet, staart gij en wendt u af.
|
|