Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 444]
| |
[898] Gorge de Loup(aant.)Omhoog tegen de bergwand aangebracht
ogen zonder gezicht en wolvensnoeten,
lege fossielennissen en de moeten
van een voorwereldlijk faunageslacht,
5[regelnummer]
dat in zijn nagelaten vormen tracht
hier uit te monden en ons te ontmoeten,
maar vastgehecht zit aan de verre macht
van steen en tijdperk, beren en mammoeten.
Lucht van oud hooi met water aangelengd,
10[regelnummer]
die mij de praehistorie naderbrengt.
Hier komen niet veel mensen. Even blind
als voor dat zij bestonden ligt de weg.
De woorden die ik tot mijzelve zeg
klinken voor 't eerst of God opnieuw begint.
|
|