Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
1937-1939 | |
[pagina 95]
| |
[211] Het onweer(aant.)Met het onweer heb ik u thuis getroffen.
De herinnering aan een doodgeloopen,
maar nimmer, nimmer meer om te koopen
liefde lag op uw gelaat verraden,
5[regelnummer]
nu de bliksemen het beslopen.
Ik heb mij bij u neer gelaten,
en in dat uur is het huis getroffen.
In dat uur gaf het verleden over,
van lichtjaren ver, de sidderingen
10[regelnummer]
onzer eerste, eerste verteederingen.
Loodrecht en wit, niet te verdragen
voor een vager en vager geworden zingen,
is dat licht door mijn lichaam heengeslagen,
via het uwe, dat lag als een offer.
15[regelnummer]
Wij hebben die kamer alleen gelaten.
Achter geschroeide horizonnen
weerlichtte het, het is begonnen
te regenen over een nieuw geboren
aarde tot den dood bezonnen,
20[regelnummer]
want door twee lichamen bezworen
in hun verrezen staten.
|
|