Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
[207] (Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt.)(aant.)Zij slaapt, zooals een heel jong kindje slaapt.
Loutere rozen heeft zij warm gemaakt.
Geuren uit droomen los gemaakt
liggen in plooi en kreuk gezonken,
5[regelnummer]
en als ik nu niet was ontwaakt,
lag ik nog in haar lichaam blind
van bloeigeluk en moederdonker,
haar eigen, ongeboren kind.
Slaapkamer, zie, ik ben geboren.
10[regelnummer]
Uwe gordijnen wimperen aan de nacht.
Om deze vrouw mag ik verloren
gaan, want ik ben door haar voortgebracht.
|
|