Gedichten. Deel 1. Teksten
(2000)–Gerrit Achterberg– Auteursrechtelijk beschermd[937] Tuinarchitect(aant.)Hij kent zijn bomen al na zestig jaar
als hij ze plant of legt een appelpit.
Dan wonen andre mensen waar hij zit
te meten met een indirect gebaar.
5[regelnummer]
Hij maakt nu vast hun wandelingen klaar;
een in de tijd vooruitgeschoven lid
van 't leven, strevend naar een ver doelwit,
alleen voor deze ogen openbaar.
De ruimte in zijn hand voldoet aan God
10[regelnummer]
die, toevend aan de border van vandaag,
zichzelf onledig houdt, in de natuur
de schepping door te zetten op den duur
met nieuwe creaturen, laag op laag;
loodrecht gebonden aan het eigen lot.
|
|